Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
Als gevolg van de crisis is het permanente werklozenleger in de hele kapitalistische wereld enorm gegroeid. Tussen 1973 en 1983 gingen in de Europese Gemeenschap 3,5 miljoen jobs verloren. Slechts een klein deel van de werklozen is tijdens de voorbije ‘hoogconjunctuur’ heringeschakeld en dan nog dikwijls via kunstgrepen en in nepstatuten. Het samengaan van de structurele economische crisis en de technologische omwenteling veroorzaakt een zeer hoge werkloosheid in alle rijke landen. Alle tewerkstellingsplannen en deeltijdse arbeid ten spijt, heeft het kapitalisme geen enkele oplossing voor deze aanslepende kanker. Nu het kapitalisme ook in het Oostblok werkloosheid zaait, zal het Westen bovendien kunnen putten uit een omvangrijk reservoir van goedkope hooggeschoolde arbeidskrachten, waarvan het patronaat sinds lang de ‘schaarste’ aanklaagt. Een grote groep werklozen riskeert dus nog verdere marginalisering en uiteindelijk ook uitsluiting uit de werkloosheidsvergoeding.
Er is een toename van de niet-actieve bevolking, van het aantal arbeidskrachten dat door brugpensioen, volledige of tijdelijke werkloosheid buiten het arbeidscircuit terechtkomt. De totale effectieve werkloosheid bedroeg eind 1988 nog altijd rond de 530 000 eenheden (volledige werklozen, oudere werklozen, schoolverlaters en niet uitkeringsgerechtigde werklozen). De totale ondertewerkstelling (met deeltijdse werkloosheid en substatuten inbegrepen) bedroeg 850 000 eenheden. Het systeem kan die beschikbare productiekrachten niet benutten omdat ze niet rendabel kunnen worden ingezet.
Dit heeft gevolgen voor de samenstelling van de werkende klasse. In België is bijna 25 % van de sociaal verzekerden met een van de vormen van open of verdoken werkloosheid geconfronteerd. Ongeveer 100 000 werkzoekenden hebben een (tijdelijke) job in een speciaal tewerkstellingscircuit. Ongeveer 180 000 werklozen hebben een deeltijdse job aangenomen om aan de werkloosheid te ontsnappen. 130 000 oudere werkers zijn vroegtijdig gepensioneerd en 70 000 oudere werklozen zijn gewoon uit de statistiek geschrapt. (Cijfers 1988.) Daarbij moet een onbekend aantal definitief uitgeslotenen worden geteld dat bij het OCMW terechtkomt. Er is dus een massale verhoging van de niet-actieven en marginaal actieven binnen de werkende bevolking.