Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
Het fordisme wordt door sommigen vereenzelvigd met een pact ‘productiviteit — hoge lonen’. Vanzelfsprekend leiden de nieuwe productiemethodes tot allerlei speculaties over een ‘nieuw sociaal pact’. Dit keer zou niets minder dan de ‘democratisering van de onderneming’ op het prijskaartje staan. Niets minder dan de honderd jaar oude droom van het reformisme: de deling van de macht in de onderneming, de realisatie van de ‘economische democratie’. Voor deze dagdromers is het participatief management noch min noch meer een tegemoetkoming van het patronaat aan de eis tot democratisering. Er zou weliswaar nog een bittere strijd p. 109aan de gang zijn binnen het patronaat tussen voor- en tegenstanders van deze historische toegeving, maar de overwinning zou in zicht zijn. Dit is duidelijk de richting waarin de sociaaldemocratie denkt.16 Voor hen is het participatief management een verovering op het patronaat! Dit is ook de geest waarin het laatste ACV-congres spreekt over het participatief management. “Die initiatieven (PM, n.v.d.r.) komen in grote trekken overeen met de voorstellen tot werkoverleg die het ACV in 1971 deed: gedeeltelijk autonoom werkende kleine groepen die zelf het werk organiseren, zelf herstellingen doen, zelf de resultaten controleren en taakwisseling inbouwen. Zo’n werkoverleg zou goed zijn voor de taakverrijking en meer menselijke gezagsverhoudingen en als leerschool voor verdere democratisering van de onderneming”.17
De referentie naar 1971 verwijst naar het zelfbeheer-model dat toen door het ACV werd aangenomen. De ‘democratisering’ zou bereikt worden op drie niveaus: werkoverleg, werknemersraad en raad van toezicht. Hieruit blijkt eens te meer dat de eigenlijke referentie het medebeheer-model blijft. De ACV-leiding heeft nooit de hoop opgegeven een klassenverzoening tussen kapitaal en arbeid tot stand te brengen door samenwerking en ‘deling van de macht’ in de economie. Deze droom heette in de jaren 30 het corporatisme, heette na de oorlog het medebeheer, heette in de jaren 70 het ‘zelfbeheer van alle producenten’ en heet nu het participatief management. Zo belandt het patronaat nog op de voorposten van de strijd voor economische democratie … met Toyota en General Motors als baanbrekers!
Binnen het ABVV lijkt op zijn minst meer betwisting ten gronde, van het participatief management te leven. Zo kan men in het CMB-rapport van maart 1990 een duidelijke waarschuwing vinden tegen de valstrik die door het patronaat gespannen wordt. De schijn van ‘democratie’ wordt in vier punten weerlegd:
1o Het PM verandert de natuur van het economisch systeem niet: “De onderneming blijft nog altijd de plaats van uitbuiting waar de werknemers uitgesloten blijven uit de echte economische en strategische keuzen.” (P. 41.)
2o Het PM is een aanval op de vakbond: “De vrees dat het PM gebruikt wordt als een wapen tegen de vakbond wordt in onze organisatie zeer sterk aangevoeld.” (P. 35.)
3o Het doel van het PM is het scheppen van een ondernemingsgeest: “Schuilt hier niet het ergste gevaar voor de doelmatige organisatie van de werknemers? Betekent het niet het einde van elke sectoriële of interprofessionele actie?” (P. 35.)
4o Het PM is bedrog: “Wij willen noch de kruimels van de macht, noch de verantwoordelijkheden dragen, waarbij wij slechts van zeer ver zouden betrokken zijn.” (P. 36.)
Op de praktische opstelling die hieruit volgt, komen we direct terug, maar niet alle analyses zijn op zijn minst even radicaal. Het document voor het Buitengewoon ABVV-congres van 23-24 november 1990 is al p. 110veel vager en voorzichtiger en zal zeker de vakbondsverantwoordelijken niet meer voor het hoofd stoten die zich ondertussen hals over kop in het participatief management hebben gestort. En die zijn er. Was het thema van het Vlaams ABVV-congres in april 1990 soms niet ‘Voorsprong nemen’, letterlijk het patronaat ‘voor zijn‘? Die voorsprong hebben in elk geval al de regionale metaal- en bediendesecretarissen van Antwerpen genomen, die al in oktober 1989 het afsluiten van een integraal medebeheerakkoord met General Motors op een feestdis hebben bezegeld. Zoals heel vaak in de vakbonden, past het programma zich snel aan bij de praktijk, in plaats van omgekeerd.