Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
De vakbondsleiding staat onder druk van twee antagonistische klassen. Enerzijds wordt zij verondersteld de arbeiders en andere werkers die uitgebuit worden te vertegenwoordigen, anderzijds besteedt de burgerij grote middelen om haar ideologisch te winnen.
Drie elementen komen ter sprake bij de maatschappelijke indeling in klassen, namelijk de klasseoorsprong, de klassepositie en het klassestandpunt. De klasseoorsprong en de klassepositie zijn objectieve, materiële gegevens; het klassestandpunt is een subjectief, ideologisch gegeven dat uitdrukt voor de belangen van welke klasse men opkomt. Er is nooit een automatische band tussen de twee: ook de meest uitgebuite arbeider kan ideologisch beïnvloed zijn door de burgerij en kleinburgerlijke intellectuelen kunnen een proletarische ideologie verwerven en zich inzetten voor de revolutionaire klassenstrijd. Maar daaruit kan niet besloten worden dat de materiële positie zónder belang is. Integendeel, de houding in de klassenstrijd lijkt sterk bepaald door de materiële situatie. De uitbuiting in het productieproces maakt van de arbeidersklasse de meest consequente, potentieel revolutionaire klasse en haar vastberadenheid maakt haar tot de ruggengraat van alle massabewegingen. Het los groeien van de uitbuitingssituatie vergroot het gevaar voor ideologische verwijdering. De ideologische corruptie door de burgerij is vaak gekoppeld aan het verwerven p. 258van materiële voordelen. In die zin verwijst het begrip ‘arbeidersaristocratie’ naar een bovenlaag met een materieel bevoorrechte positie. De ‘klassepositie’ is de beslissende factor om iemand al dan niet tot de burgerij, de arbeidersklasse of tot de tussenlagen te rekenen.
Samenvattend kunnen we het volgende stellen in verband met de vakbondsapparaten.
Table of contents