Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
Het is meer dan onwaarschijnlijk dat de hele vakbondsleiding gewonnen kan worden voor de vernietiging van de kapitalistische uitbuiting. Als we oordelen dat een klein deel van hen tot de burgerij behoort, betekent dit ook dat we dit deel als onherroepelijke tegenstanders van de bevrijding van de werkers beschouwen. Dit deel van de vakbondsleiding zal zeker tot extreme klassensamenwerking bereid zijn. In het verleden ging dit tot en met fascisme en collaboratie, jacht op revolutionaire en strijdbare krachten en samenwerking met veiligheidsdiensten om het systeem te redden.
Maar we moeten er ook van uitgaan dat het kamp niet op voorhand en definitief gekozen is voor een groot deel van het vakbondsapparaat en zelfs voor een deel van de leiding. Het klasse-onderscheid maken tussen burgerij enerzijds en kleinburgerij of arbeidersaristocratie anderzijds gaat ervan uit dat de tweede groep niet ongevoelig zal zijn voor de druk die zeker vanuit de basis zal toenemen. Sommigen onder hen zullen zich afkeren van deze uitzichtloze weg en de arbeidersklasse min of meer consequent steunen in haar bevrijdingsstrijd. Anderen zullen de burgerij vervoegen. Men kan nu niet uitmaken hoe de scheidingslijnen in de toekomst zullen lopen; dat zal in de strijd worden beslecht. Na de oorlog in Frankrijk, vond de reformistische vleugel van de vakbond CGT geen meerderheid meer om zijn maatschappijvisie door te drukken in de organisatie. Daarop verbraken die leiders de eenheid en scheurden zich af (dit werd Force ouvrière). In 1948 stichtten de verschillende politieke stromingen die zich uitspraken voor een radicaal klassesyndicalisme de nieuwe CGT.