Dominique Meeùs

Dernière modification le   

retour à la table des matièresau dossier marxisme

242.
Het kapitalisme remt de ontwikkeling van de productiekrachten

Ogenschijnlijk kan geen enkel systeem de snelheid van de technologische ontwikkeling evenaren die door het huidige kapitalisme bereikt wordt. Liberale ideologen schrijven die snelle evolutie toe aan het privé-initiatief. Zij beschouwen het als een mokerslag voor de marxistische theorie die stelt dat de kapitalistische productieverhoudingen historisch achterhaald zijn omdat zij de ontwikkeling van de productiekrachten tegenwerken. Hierop kunnen we het volgende antwoorden:

p. 119

1o Het kapitalisme cultiveert een grenzeloze bewondering en verering voor de technologische snufjes. De super-gesofisticeerde hoogstandjes van de techniek wekken de indruk dat geen enkel probleem bestand is tegen het vernuft en de vindingrijkheid van IBM, Honda, Eriksson … productiekrachten zijn echter niet tot de techniek te beperken; mens en natuur maken ook deel uit van de productiekrachten. En op dat vlak blijft ten volle de spreuk van toepassing: ‘Socialisme ou barbarie‘. Het kapitalisme leidt tot een immense vernietiging van productiekrachten.

40 000 kinderen sterven elke dag als gevolg van de onderontwikkeling die het grootste deel van de aardbol teistert. Het imperialisme veroordeelt het grootste deel van de mensheid onherroepelijk tot economische stagnatie en achteruitgang, grenzeloze miserie en moderne slavernij. De technologische revolutie leidt niet tot nieuwe werkplaatsen maar eerder naar structurele werkloosheid van tientallen miljoenen in het hart van de ‘rijke wereld’. Grotere kwalificatie van de enen leidt tot toenemende dekwalificatie en marginalisering van een grote massa werklozen, tot een toenemende kanker van maatschappelijke nutteloosheid.

De kapitalistische winsthonger leidt ook tot een onomkeerbare vernietiging van de natuur. Al die problemen worden opzij geschoven door een blinde, eenzijdige verheerlijking van de technologie.

2o In het stadium van de mechanica heeft het kapitalisme de handenarbeid gedeeltelijk overgedragen aan de machine. In het huidige stadium van de informatica wordt een deel van de geestesarbeid overgedragen aan de computer. In beide gevallen wordt door de uitschakeling van de levende arbeid een hogere productiviteit nagestreefd. In beide gevallen probeert de kapitalist een hogere uitbuitingsgraad van de resterende arbeidskrachten te bereiken. Met andere woorden: de technologische vooruitgang zet de meerwaardewet, de basiswet van de kapitalistische productie niet opzij, maar gehoorzaamt er volledig aan. De volle ontplooiing van de menselijke capaciteiten kan nooit gerealiseerd worden in een systeem dat gericht is op uitbuiting, waarin een minderheid van kapitaalbezitters zich verrijkt op de rug van de grote meerderheid. Alleen als de arbeiders en bedienden werkelijk mee kunnen beslissen over de productie kan er een volledige ontplooiing zijn van alle fysische en intellectuele capaciteiten, een harmonieuze samenwerking van manuele en intellectuele arbeid. Met andere woorden: wanneer de productieverhoudingen in overeenstemming zijn gebracht met de ontwikkeling van de productiekrachten, wanneer de productiemiddelen collectief bezit zijn.

Een systeem waarin de mens centraal staat en niet de winst zou de technologische mogelijkheden anders inzetten en zou streven naar het toepassen van volgende principes in de organisatie van het productieproces:

— Recht op arbeid voor iedereen. De productiviteitsstijgingen moeten gecompenseerd worden door uitbreiding van de productie in dezelfde of andere branches, door het scheppen van nieuwe jobs, door arbeidsduurverkorting en door uitbreiding van de niet-productieve sector (de collectieve p. 120voorzieningen).

— Aanpassing van de jobs aan de arbeider. Dit veronderstelt een brede waaier van keuzes in de aard van jobs. De mogelijkheid om van job te veranderen op vraag, de mogelijkheid om in een roterend jobsysteem te werken, zoveel mogelijk combinatie van manuele en intellectuele arbeid. De mogelijkheid om zelf te experimenteren met de organisatie van het werk en zelf de meest aangepaste oplossingen te zoeken, moet er zijn.

— Flexibele aanpassing van de werkorganisatie aan de noden en problemen van de arbeider. Soepele mogelijkheid om vrijaf te nemen bij ernstige familiale of persoonlijke problemen. Inbouw van buffers in het productieproces, zodat ritmeaanpassingen, onderbrekingen kunnen opgevangen worden en de arbeider zijn eigen ritme kan variëren. Mogelijkheid tot onderlinge hulp in noodsituaties.

— Uitsluiting van alle nachtwerk en weekendwerk als het niet technisch of sociaal noodzakelijk is.

We beweren niet dat deze principes reeds consequent worden toegepast in de socialistische landen. We beweren wel dat ze alleen kunnen toegepast worden in een systeem van collectieve eigendom van de productiemiddelen. Daarom zijn de huidige productieverhoudingen een rem op de ontplooiing van de productiekrachten.

3o De centrale aandacht van de kapitalisten gaat naar het uitdenken van nieuwe, productievere installaties en productiemethodes. Dezelfde, of een grotere hoeveelheid goederen wordt geproduceerd met minder arbeidskrachten, waardoor de globale loonmassa daalt. De productiviteitsverhoging die wordt veroorzaakt door de nieuwe productiesystemen zal onvermijdelijk terug in botsing komen met de ongelijke groei van de koopkracht. De overproductiecrisis van de jaren 30 volgde op de scherpe toename van de productiecapaciteit die het taylorisme meebracht. Een evenwichtige ontwikkeling van de productiekrachten en de koopkracht kan alleen in een geplande economie die niet onderhevig is aan de anarchie van de privé-investering. Ook dit cyclische onevenwicht tussen productie en koopkracht is een rem op de ontwikkeling van de productiekrachten.