Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
De nieuwe productiemethodes worden met veel trompetgeschal voorgesteld als een ‘herwaardering’ van de arbeid. In tegenstelling tot het taylorisme en het handwerk zou in het moderne bedrijf de arbeider niet langer een aanhangsel zijn van de machine. Dit wordt op de meest radicale manier door de feiten tegengesproken. De nieuwe machines en de nieuwe werkorganisatie leggen op dictatoriale wijze de werkvoorwaarden op. Om maximaal rendement te halen moeten alle sociale verworvenheden wijken, moet het hele sociale leven worden ontregeld. Want flexibele productie eist flexibele arbeidskrachten!
1o just-in-time en flexibele productie moeten kunnen evolueren op het ritme van de vraag. De productie moet snel opgedreven kunnen worden en even snel samengedrukt, beantwoordend aan een piek of een dal in de bestellingen. Japanse bedrijven lossen dit op door, naast een kern van vaste arbeiders, steeds met een zeker percentage van losse arbeidscontracten te werken. Dit wordt op dit ogenblik ook al in de Verenigde Staten nagevolgd: het nieuwe Saturnus-modelbedrijf van General Motors werkt met 80 % vaste contracten (‘Saturnus-leden’) en 20 % losse contracten (‘Saturnus-medewerkers’). Bij ons wordt hetzelfde gerealiseerd door aanwerving van tijdelijke arbeidskrachten, door stagiairs en door onderaanneming in het bedrijf. Flexibele werkroosters vangen de korte termijnschommelingen op. Tijdelijk verplicht zaterdag- of weekendwerk is daarvan een vorm (vaak gebruikt door Ford-Genk bijv.). In de distributiesector wordt meer en meer gewerkt met oproep-contracten: op elk moment van de dag moet men beschikbaar zijn. Uurroosters wijzigen voortdurend op het ritme van de piekuren en piekdagen.
2o Het optimale gebruik van de machines kan een bron van enorme besparingen zijn. Kostelijke installaties moeten zo snel mogelijk afgeschreven worden en zo lang mogelijk produceren. Dit wordt op de beste manier bereikt door een verlenging van de machinetijd, dus van de totale productietijd per dag. Het automobiel-patronaat heeft het gevecht ingezet voor de negenurendag (Renault-Vilvoorde), de tienurendag (GM-Antwerpen), het nachtwerk (Ford-Genk, Volkswagen-Vorst), weekendploegen en draaiende ploegen (Caterpillar-Gosselies). Op enkele jaren tijd heeft het patronaat een doorbraak bekomen in de wetgeving: het begon met de ‘experimenten’ Hansenne, die daarna werden veralgemeend door de CAO 42 (met medewerking van de vakbondsleiding). Naar Belgisch voorbeeld heeft de Internationale Arbeidsorganisatie nu ook het verbod op nachtarbeid voor vrouwen uit haar normen geschrapt (zomer 1990).
Om de verlenging van de productietijd aanlokkelijk te maken adviseert de OESO om ze te koppelen aan een verkorting van de individuele totale arbeidstijd per jaar. Het patronaat kan zich dit best veroorloven: de ‘gunst’ wordt dubbel en dik teruggewonnen door langere benutting van de machines, snellere rotatie van het kapitaal, minder dure overuren.
p. 963o Het teamwerk en de polyvalentie die van iedereen vereist wordt, leiden tot een herziening van de classificatieschalen en de anciënniteitsrechten. De classificatie is gebaseerd op de aard van de job; het patronaat wil die classificaties en de daarbij horende loonschalen helemaal herzien om de uitwisselbaarheid van de jobs te bereiken. De polyvalentie moet toelaten om elke onderbreking in de arbeid te voorkomen, maar de oude schalen zouden de prijs (loon) voor deze polyvalentie veel te hoog doen oplopen.
4o De nieuwe productiemethode is het best gediend met sterke individuele prikkels en een brede waaier van premies en loon volgens prestatie. Op die manier probeert het patronaat de inzet en toewijding aan te moedigen. In het al vermelde Saturnus-project wordt 80 % van het loon ‘vast’ betaald en ongeveer 20 % volgens collectieve of individuele prestatie. Hierin zit een winstdeling, een individuele verdienstenpremie en een productiviteitspremie per team. Herinvoering van individuele puntensystemen zijn de meest schandelijke uitingen van deze loonroosters.
5o Door de veralgemening van onderaanneming en toelevering wordt niet alleen het meest wisselvallige deel van de productie uitbesteed, maar worden ook arbeidskrachten van ‘tweede categorie’ geschapen die qua beloning en arbeidsvoorwaarden vaak in deplorabele toestanden werken.