Dominique Meeùs
Dernière modification le
retour à la table des matières
— au dossier marxisme
De WTR werkt in op de twee aspecten van de tegenstelling productiekrachten-productieverhoudingen.
1o Op het niveau van de productiekrachten.
Zoals gezegd, verabsoluteert het kapitalisme de techniek en de wetenschap. Het is hét middel bij uitstek om voorsprong te nemen op de concurrenten en om zo een extra-meerwaarde op te strijken. In de WTR bewerken de invoering van elektronisch gestuurde automaten en vooral de complexe automatisering een kwalitatieve omwenteling in de arbeidsmiddelen. De WTR is ook eng verbonden met het scheppen van nieuwe materialen en de bestendige wijziging van de arbeidsgrondstoffen.
De grondtendens onder het kapitalisme is een stormachtige ontwikkeling van de productie-instrumenten, ten koste van Mens en Natuur, die door het kapitaal worden leeggezogen. Maar het kapitalisme botst hier op interne limieten.
— Onder de voorwaarden van de WTR stijgen zoals nooit tevoren de behoeften aan algemene vorming, aan mobiliteit van de arbeidskracht door een voldoende brede en flexibele kwalificatie, aan verantwoordelijkheidsbewustzijn en massa-initiatief. Een maximale ontwikkeling van de productie-instrumenten veronderstelt een aangepaste aanwending van de arbeidskracht die ze moeten bedienen. Het aanwenden van de nieuwste productietechnologie vereist nieuwe productiemethodes en -organisatie waarin een veel grotere intellectuele inzet wordt vereist van de arbeidskracht. Het kapitalisme probeert dit op te vangen door nieuwe ‘participatie’-methodes.
— De stormachtige ontwikkeling van de productiekrachten heeft tot een nieuwe constellatie in de verhouding Mens-Natuur geleid. Er is een onevenwicht, een conflict dat de natuur zelf in gevaar brengt, met ecologisch onvergelijkbaar ingrijpender gevolgen ten opzichte van vroeger. Het kapitalisme probeert dit op te lossen door de milieubescherming zelf tot wingewest te maken van de monopolies.
p. 832o Op het niveau van de productieverhoudingen. De nieuwe productiemethodes wijzigen de productieverhoudingen, maar niet wat betreft hun essentie: het privébezit van de productiemiddelen. De onderlinge relaties binnen de bedrijven kunnen wijzigen op het vlak van beheerstechniek, maar blijven identiek op het vlak van sociale klassenverhoudingen. De illusie van een enkele werkgemeenschap zonder klassenverschillen moet geschapen worden om tot maximaal rendement van de nieuwe productietechnieken te komen.
Verder hebben de nieuwe productiemethodes wijzigingen gebracht in de relaties met andere bedrijven. De ontwikkeling van de productiekrachten heeft in het verleden geleid tot een verregaand proces van arbeidsdeling enerzijds (handwerk) en coöperatie binnen reusachtige bedrijven anderzijds. Deze onderlinge afhankelijkheid (arbeidsdeling en samenwerking) overstijgt nu de bedrijven en de landsgrenzen. Deze socialisering van de arbeid blijft echter binnen de begrensdheid van privé-eigendomsverhoudingen.