Dominique Meeùs

Dernière modification le   

retour à la table des matièresau dossier marxisme

144.
Dynamisch kapitalisme is agressief kapitalisme

Als men zich eenmaal op het terrein van het kapitalisme plaatst, is de keuze tussen ‘goede’ en ‘slechte’ kapitalisten een logisch uitvloeisel. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de steun aan het ‘dynamische kapitalisme’ even oud is als het reformisme. Kapitalisten als Solvay en Francqui (Société Générale) hadden de steun van Vandervelde en zijn partij, ook voor koloniale veroveringen. De Generale werd pas onder vuur genomen toen zij haar ‘dynamisme’ kwijtraakte, dat wil zeggen achterstand opliep bij de multinationals.

Het kan nooit de rol van de arbeidersbeweging zijn om meer kapitalisme te eisen of om te kiezen tussen soorten kapitalisme. Wat betekent ‘dynamisme’ binnen het kapitalisme anders dan ‘het nauwst aansluitend bij de mechanismen van de markt’? Met andere woorden: de kapitalisten die het agressiefst inspelen op de evolutie van het kapitalisme, zijn het meest dynamisch. Zij die harder saneren, sneller afdanken en beter opjutten, hebben de meeste kans op overleven. Zij die het best inspelen op de goedkope arbeidskrachten in de derde wereld nemen voorsprong op hun concurrenten. Zij maken de hoogste winsten en kunnen het meest investeren, of bedrijven kopen om hun controle uit te breiden. Het zijn deze ‘winners’ die in de smaak vallen van de voorstanders van het dynamische kapitalisme.

Verder is de vermeende scheiding tussen industrieel en financieel kapitaal vanuit verschillende oogpunten een fictie. Vanuit het oogpunt van het eigendom bestaat er hoe langer hoe meer versmelting tussen industrie- en bankkapitaal, tussen financiers en ondernemers. De hele geschiedenis van de Generale Maatschappij, als bank en holding, is hiervan een illustratie. Maar ook op wereldvlak zijn de financiële groepen, met verweven activiteiten in bank- en industriesector, sinds het begin van deze eeuw de echte centra van de macht. Duitsland, Japan en de Verenigde Staten worden geregeerd door financieel kapitaal, een vervlechting van bank- en p. 73industriekapitaal.

Vanuit het oogpunt van de strategie is er bovendien een duidelijke tendens om de financiële activiteit een groeiend belang binnen de industriële strategie toe te kennen. Daar zijn verschillende redenen voor: de bedrijven hebben een overschot aan financiële reserves, er kan grof geld verdiend worden door speculatie op de internationale kapitaalsmarkten, de nieuwe technologie slorpt enorme kapitalen op. Men ziet dan ook meer en meer bedrijven of groepen die hun eigen financiële huizen uitbouwen. “De overleving van de onderneming, haar identiteit, haar voortbestaan hangen in de eerste plaats af van haar financiële strategie” stelt de ‘industrieel’ Jacques-Henri David, PDG van de Franse groep Saint-Gobain.41 Vandaag is de grens tussen industriële en financiële activiteit bijzonder vaag geworden. De speculatieve, parasitaire activiteit zit ingebakken in de industriële activiteit. Zij die beweren die twee uit elkaar te halen, jagen hersenschimmen na. Het kapitalisme zelf is een parasitair systeem dat als geheel bekampt en verslagen moet worden.

Notes
41.
Jacques-Henri David, “Entreprise et innovation financière”, Commentaire nr. 41, 1988.