Dominique Meeùs

Dernière modification le   

retour à la table des matièresau dossier marxisme

016.
Er valt een crisis uit de lucht

Niemand in de vakbondsapparaten gelooft op dat ogenblik in een terugkeer van een grote wereldcrisis zoals die van de jaren 30. Dit geloof in de crisisvrije ontwikkeling is gefundeerd op de burgerlijke economische theorie van Keynes. Volgens die theorie kan de Staat de conjunctuurschommelingen nivelleren en kan de sociale zekerheid als buffer werken tegen een ineenstorting van de koopkracht. Vraag en aanbod zouden op die manier in evenwicht worden gehouden en zware economische crisissen voorgoed uitgeschakeld De sociaaldemocratie, die over de hele wereld de theorie van Keynes aanhangt, werpt zich op als de beste bestuurder van het kapitalisme.

Nochtans zijn sinds het eind van de jaren 60 de voortekenen van een grote ineenstorting merkbaar. Het Amerikaanse imperialisme raakt in serieuze problemen, de productiviteit daalt, de inflatie neemt toe en er ontstaat een monetaire wanorde. Wanneer in 1974-1975 de wereldrecessie optreedt, wordt dit door de vakbondsleiding — zoals door de burgerij — als een voorbijgaande conjunctuurinzinking beoordeeld, veroorzaakt door een ‘externe’ factor, namelijk de stijging van de petroleumprijzen. Tot 1978 wordt getwijfeld aan de lange duur en aan het structurele karakter van de crisis. Zelfs wanneer de werkelijkheid tot hen doordringt, wordt er over het algemeen weinig aandacht besteed aan de vraag naar de p. 12oorzaken.

Voor de rechtervleugel in het ACV en het ABVV is de schuldvraag overbodig. Iedereen is schuldig en het komt erop aan om ‘samen’ oplossingen te vinden. Anderen zoeken in de richting van allerlei technische of externe factoren (technologische uitputting, dure dollar, petroleumprijzen, verkeerde patronale strategie …) maar zelden of nooit wordt de oorzaak gezocht in het systeem zelf.

Diegenen die het systeem verantwoordelijk stellen voor de crisis, zijn een kleine minderheid in beide vakbondsapparaten.