Dominique Meeùs

Dernière modification le   

retour à la table des matièresau dossier marxisme

014.
Het medebeheer afgedaan?

Brede lagen binnen de arbeidersklasse en onder de progressieve intellectuelen hadden al veel eerder de welvaartsschijn, de glitter van de golden sixties doorprikt. De realiteit van de uitbuiting enerzijds en de integratie van de vakbondsleiding in het systeem anderzijds, zorgden voor een groeiende kloof tussen top en vakbondsbasis. Het imperialistisch offensief in Vietnam, de Culturele Revolutie in China en de autoritaire onderwijsstructuren in dienst van het kapitaal bepaalden het klimaat voor een algemeen studentenprotest, dat uitgroeide tot de revoltes van 1968.

De progressieve studentenbeweging verdiepte haar analyses en werd een antikapitalistische beweging die Marx en Lenin herontdekte. Tijdens de wilde stakingsgolf van 1970 wordt de PVDA (toen ‘Alle Macht aan de Arbeiders’ — AMADA) geboren. De vakbondsleidingen zijn erg ongerust. Dat uit zich onder meer in de ijver waarmee ze een ‘ideologische herbronning’ starten.

De ACV-doctrine schakelt over van medebeheer op ‘zelfbeheer’ (Democratisering van de onderneming, 1971). Voor een groot deel van de top dekt die nieuwe, radicaler klinkende benaming precies dezelfde inhoud. Dit is niet het geval voor de linkse stromingen in de christelijke arbeidersbeweging die zich eveneens kristalliseren rond de zelfbeheer-idee. Bij groepen als MAP-GPTC houdt dit een radicale kritiek in van de bestaande kapitalistische orde, tot en met een verwerping van de kapitalistische markteconomie en een ontmaskering van de klasserol van de staat.

De ACV-leiding zit helemaal niet op die golflengte en gebruikt handig de zelfbeheer-idee om een mistgordijn op te trekken. Het gordijn hangt p. 10er vandaag nog en zo kan men het meemaken dat de organen van klassensamenwerking zoals de kwaliteitscirkels en het participatief management tot stappen in de richting van het zelfbeheer worden gedeclareerd. (Zie hoofdstuk 2.)

Ongeveer gelijktijdig schakelt de ABVV-doctrine over van medebeheer op ‘arbeiderscontrole’ (1971). Na de oorlog geloofde ook de ABVV-leiding dat de weg naar economische democratie langs medebeheer zou lopen (letterlijk: delen van de macht). De nieuwe lijn van arbeiderscontrole (al in 1958 door Renard verdedigd) bevat twee aspecten. In essentie blijft ze de reformistische illusie van de langzaam groeiende deling van de macht met het kapitaal nastreven. Het tweede aspect is dat arbeiderscontrole zich duidelijk afzet tegen de integratie in het systeem. In die betekenis wordt de lijn verdedigd door de linkervleugel van het apparaat, die afstand wil nemen van sommige verregaande integratiepraktijken. Een versterking dus van de linkervleugel aan de top, binnen het kader van een globaal reformistische strategie. Vele délégués hebben de arbeiderscontrole gebruikt en gebruiken ze nog steeds om hun autonome klasseopstelling te verdedigen. De vele dubbelzinnigheden maken echter dat ook de hardste verdedigers van de overlegeconomie voortaan hun activiteiten als arbeiderscontrole kunnen verkopen. Rechtse ABVV-leiders kun je vandaag horen vertellen dat zij het participatief management enthousiast steunen om arbeiderscontrole toe te passen.