Dominique Meeùs

Dernière modification le   

retour à la table des matièresau dossier marxisme

Hoofdstuk 7
De vakbondsleiding: verscheurd tussen twee klassen

“Hoe is het mogelijk‘?” Het is een vraag die vaker opduikt bij strijdbare vakbondsmilitanten die weer eens geconfronteerd worden met het verraad door hun leiding. Het is moeilijk om het geloof in de vakbond als organisatie te behouden als men ziet hoe sommige leiders met alle middelen, ook uitsluiting, samenwerking met politiediensten en patronaat, kampen en vechten tegen de strijdbare délégués en de militanten. Vele voortrekkers van de klassenstrijd hebben zich na belangrijke stakingen verbitterd van de vakbond afgekeerd, razend over de sabotage van de leidingen. Dit is geen monopolie van een vakbond.

Maar de andere vaststelling is even frequent: strijdbare krachten klimmen omhoog in de vakbond, krijgen verantwoordelijkheid, worden vrijgestelden en verliezen stap voor stap hun strijdbaarheid. Naargelang hun banden met de massa afnemen, gaan ze meer en meer afremmen, de klassieke taal van ‘verantwoordelijke’ vakbondsleiders overnemen. ‘Die is verkocht’ hoort men dan. Er ontstaat een begrijpelijk wantrouwen tegenover iedere syndicalist die secretaris wordt en de verwijten van ‘carrièrisme’ zijn niet uit de lucht.

Hoe moet men deze ervaringen beoordelen? En vooral, hoe kan een strijdbaar syndicalist zijn overtuiging trouw blijven als vakbondsverantwoordelijke? Een element van antwoord hebben we eerder al gegeven: men kan geen stevig weerwerk bieden tegen de druk van het reformisme zonder een stevige ideologische en politieke basis. Studie en een permanente kritische beoordeling van zijn werk, in nauw contact met de massa’s, zijn absolute voorwaarden. De ervaring leert dat het een harde, keiharde strijd is. Maar figuren zoals een Arthur Scargill, secretaris van de Britse mijnwerkers vakbond, tonen het belang om vol te houden. Rechtse krachten zullen Scargill gebruiken om te tonen dat een radicale positie tot niets p. 244leidt. Alle linkse krachten zien Scargill als een levend monument. Een monument dat toont hoe sterk de massa is, als zij wordt geleid door leiders die een klassenstandpunt innemen en geen schrik hebben om beroep te doen op de heldhaftigheid van de massa. Een monument dat de Britse bourgeoisie en haar twee partijen (Labour inbegrepen) na jarenlange onvoorstelbare repressie, zwartmakerij en vervolging nog altijd niet neer kon halen. Hoe zou de situatie zijn met enkele tientallen dergelijke Scargills?1

Een objectieve beoordeling van de vakbondsleiding, van haar plaats in de maatschappij, is nodig om zowel het gebrek aan waakzaamheid als kritieken aan het verkeerde adres te mijden. Bovendien moet men duidelijk weten waar men terecht komt en zich ter zake ontdoen van de mogelijke illusies.

Table of contents

Notes
1.
Voor de oorsprong en de evolutie van het Scargill-syndicalisme, zie A. Scargill, Penguin 1986.